In dit deel van de Schenk zijn alleen maar ‘inheemse’ plantensoorten geplant. Inheems betekent dat deze plantensoort hier van nature ook groeit. Dat is belangrijk, want onze eigen dierenwereld is het meest aangepast op plantensoorten die hier van nature thuishoren.
Langs het water zijn moerassoorten – zoals gele lis, kattenstaart en valeriaan – aangeplant. Struiken zoals geoorde wilg en grauwe wilg zorgen voor stuifmeel en nectar vroeg in het voorjaar, wanneer er nog maar weinig planten bloeien.
Hogere struiken zoals vogelkers en Gelderse roos leveren nectar, schuilplekje voor vogels en bessen later in het jaar. Veel struiken zijn in groepjes bij elkaar gezet. Dit zorgt voor dichte bosjes met open plekken waar insecten kunnen opwarmen.